Massaclaimwet levert weinig op: nog geen euro uitgekeerd

Bron: FD. Door Jennifer Mol. Lees hier het volledige artikel

De Wet afwikkeling massaschade in collectieve actie (Wamca) werd vijf jaar geleden ingevoerd met een nobel doel: de rechtsgang toegankelijker maken voor individuen door ze de mogelijkheid te geven gezamenlijk naar de rechter te stappen en schadevergoeding te vorderen. Vijf jaar na invoering is er nog geen enkele euro aan schadevergoeding uitgekeerd.

Sjoemeldiesels, onveilige bakfietsen en de populaire app TikTok die inbreuk maakt op de privacy van kinderen. Het zijn voorbeelden van zaken waarin gedupeerden samen naar de rechter stappen om schadevergoeding te eisen. Sinds zo’n vijf jaar kunnen zij dat doen onder de Wet afwikkeling massaschade in collectieve actie (Wamca).
Sinds het ontstaan van de wet is er kritiek. Nederland zou een walhalla worden voor buitenlandse, vooral Amerikaanse financiers die de claims betalen. Het schrikbeeld van een Amerikaanse claimcultuur waarin bedrijven al bij de kleinste misstap worden geconfronteerd met hoge schadeclaims doemde op. Nu, zo’n vijf jaar later, is het tijd om de balans op te maken. Wat heeft de Wamca daadwerkelijk veranderd? En zijn de gevreesde gevolgen werkelijkheid geworden?

Eén ding is zeker. Er wordt op dit moment nog niet bij het minste of geringste een massaclaim gelanceerd en er zijn ook nog geen miljoenen aan schadevergoeding uitgekeerd. Sterker nog, vijf jaar nadat de wet van kracht is geworden, is er in geen enkele zaak een schadevergoeding uitgekeerd. Dit jaar zijn slechts drie partijen betrokken geraakt bij een collectieve rechtszaak, terwijl dat er in 2021 nog dertig waren, zo blijkt uit het Centraal register voor collectieve vorderingen. ‘Er is in vijf jaar tijd niet tastbaar vooruitgang geboekt,’ verzucht Ianika Tzankova, hoogleraar en advocaat bij Rubicon Impact & Litigation, een kantoor dat gespecialiseerd is in het bijstaan van de eisende partij in massaclaims.

Ontvankelijkheidsfase duurt lang

Femke Hendriks, jurist die deel uitmaakte van de expertgroep die het Nederlandse ministerie van Justitie adviseerde over de wet, stelt dat procedures erg lang duren. ‘De ontvankelijkheidsfase duurt veel te lang. In sommige gevallen al vijf jaar’, zegt Hendriks.
Daarmee doelt ze op de fase waarin de rechter kijkt of de zaak in behandeling kan worden genomen, nog vóór inhoudelijk naar de kwestie wordt gekeken. Daarbij wordt bijvoorbeeld gekeken of de stichting die de zaak aanspant, geschikt is om op te komen voor de belangen van de betreffende groep. ‘Je hebt als partij een enorm lange adem nodig om dat vol te kunnen houden’, zegt Hendriks. ‘Wij zeggen weleens: de Amerikaanse toestanden zijn erg? Nee, de Europese toestanden zijn pas echt zorgelijk, want we slagen er hier niet in om grote groepen mensen effectieve rechtsbescherming te bieden.’

Volgens Tzankova is de bedoeling van de wetgever in de praktijk dan ook niet gerealiseerd. ‘Dat was dat partijen zouden onderhandelen en dat ze tot een schikking zouden komen. Verweerders in een Wamca-zaak hoor je nu vaak zeggen dat ze niet tot een schikking kunnen komen omdat er na vijf tot zes jaar nog geen enkele discussie is gevoerd over de inhoud van een geschil.’

Er wordt onderscheid gemaakt tussen twee soorten massaclaims. Zaken waarin een schadevergoeding wordt geëist en de zogeheten ‘ideële claim’ waarin dat niet het geval is. De zaken in die laatste categorie verlopen volgens deskundigen al wel sneller. Maar de rechter lijkt niet geneigd om in een rap tempo talloze schadevergoedingen toe te kennen. Er is tot nu toe slechts in één zaak waarin schadevergoeding werd geëist een uitspraak gedaan.

In oktober 2024 oordeelde de rechtbank dat Vattenfall zijn zakelijke klanten niet had misleid met de energierekeningen. De uitspraak volgde in een Wamca-procedure die was aangespannen door de stichting Nuon Claim, die Vattenfall beschuldigde van het onterecht verdienen van honderden miljoenen euro’s. De rechter wees de vorderingen van de stichting op alle punten af.

Luiken dicht

Jasper Leedekerken, advocaat bij Van Doorne, treedt geregeld op voor grote bedrijven waartegen een claim is ingediend. Volgens hem is de hoogte van de gevorderde bedragen een belangrijke reden dat procedures zo lang duren. ‘Zodra er bedragen op tafel komen die het voortbestaan van een bedrijf kunnen bedreigen, gaan geregeld de luiken dicht en schiet het bedrijf direct in de verdediging. Dit kan het bereiken van een schikking lastig maken.’

Volgens deskundigen speelt ook mee dat de verwerende partij opzettelijk haar best doet de procedure zo lang mogelijk te laten duren. ‘Hoe meer regeltjes er in een wet staan om aan de vraag toe te komen of iemand schadevergoeding moet betalen, des te complexer het wordt en hoe langer het duurt. De gedaagde partij gebruikt elk stapje op de weg om te zeggen: de eisende partij mag geen schadevergoeding vorderen,’ stelde Koen Rutten, partner bij Finch en voorzitter van de Vereniging van Massaschade Advocaten, eerder in het FD.

Geduld geldschieter op de proef gesteld

Dat procedures zoveel tijd in beslag nemen stelt ook het geduld van de investeringsmaatschappijen die een claim financieren op de proef. Volgens critici zijn financiers uit de Verenigde Staten bovendien gewend om invloed uit te oefenen op een claimstichting. Zij willen bijvoorbeeld meebeslissen over welke advocaat wordt ingeschakeld en wanneer er geschikt wordt. In Nederland is dat niet toegestaan.

Het Britse Burford Capital, een bedrijf dat geld verdient met het investeren in rechtszaken, investeerde ook in enkele Nederlandse Wamca-zaken. ‘Binnen het Wamca-landschap is nu zo’n 75% van de zaken een ideële zaak waarbij helemaal geen schadevergoeding wordt gevorderd. Wij zien dat dit landschap aan het verschuiven is naar meer commerciële vorderingen met een hoge waarde’, aldus het bedrijf. Burford Capital blijft optimistisch. ‘Het is normaal dat een rechtsgebied tijd nodig heeft om zich te ontwikkelen en we zien dat het steeds beter gaat.’

De Nederlandse investeerder Redbreast werd in 2015 opgericht om de financiering van massaclaims in Nederland mogelijk te maken. Redbreast stapte destijds alleen in bij zaken wanneer de reële waarde van de claim minimaal €5 mln bedroeg. Inmiddels is dat opgehoogd naar €10 mln. ‘We zijn al doende tot de conclusie gekomen dat het model niet werkt voor kleinere individuele zaken. Er komt heel veel bij kijken om de zaken uit te kiezen die je wil financieren en de zaken duren lang’, zegt oprichter Rein Philips.

Hij kan zich goed voorstellen dat het voor financiers aantrekkelijker is om hun geld in Amerikaanse claimzaken te investeren. ‘De markt is groter en rechters zijn daar veel meer thuis in dit soort zaken en zijn veel minder terughoudend in het toewijzen van grote schadebedragen.’ Bovendien is er volgens Philips te veel aandacht voor de financier van een massaclaim. ‘De focus op de financier en wat hij eraan zou verdienen is echt te groot. Voor de mensen die schade hebben geleden, is dat het laatste waar ze zich druk om maken.’

Ongeveer twintig claimstichtingen hebben twee weken geleden de handen ineengeslagen in de Associatie van Nederlandse Collectieve Belangenbehartigers (ANCB). Voorzitter Femke Hendriks wil onder meer aan tafel met de politiek omdat de Wamca dit jaar wordt herzien. Volgens Hendriks is het een cruciaal moment. ‘Dan moeten we ervoor zorgen dat we de wet zó verbeteren dat die ook daadwerkelijk doet waarvoor hij bedoeld is.’

Dit artikel werd gepubliceerd in het FD op 19 mei 2025. Lees hier het volledige artikel

Share This

Copy Link to Clipboard

Copy